Sunday, September 13, 2009
Monday, September 07, 2009
Kennedymars Vijfhuizen, 80 km
Tocht: Kennedymars Vijfhuizen
Plaats: Vijfhuizen
Datum: 5-6 september 2009
Afstand: 80 km
Foto's: Klik hier om de foto's te bekijken
Wat vooraf ging
Al weken liep ik er tegenaan te hikken. De Kennedymars van Vijfhuizen. Al van tevoren had ik besloten dat dit mijn laatste Kennedymars zou worden. Ik had er eigenlijk helemaal geen zin meer in om tachtig kilometer te lopen. Er waren echter een paar zaken die ervoor zorgden dat ik me er toch nog één keer aan zou wagen.
De mooie woorden van promotiedame Gery over de goede verzorging (ook voor de achterhoede waar ik altijd in loop!) en de afwisselende route.
Het feit dat dit wandeljaar voor mij in het teken van de Vijf stond. Vijfhuizen kon daarin natuurlijk niet ontbreken, vooral niet toen ik ook nog startnummer vijf toegewezen kreeg en het voor de organisatoren het eerste lustrumjaar bleek te zijn.
De belofte van wandelvriend Marc dat hij me bij de finish hoogstpersoonlijk de Bronzen Kennedywalker medaille zou opspelden. Deze medaille mag je normaal kopen als je een volle Kennedywalker-stempelkaart kan overleggen, maar die stempelkaart had ik niet. Het was sowieso nooit de bedoeling om meer dan één Kennedymars te lopen ;-))
De aanwezigheid van vele wandelvrienden van wandelforum Walkers4Walkers.nl.
Het feit dat Nollie en Inger met me mee zouden lopen. (Helaas ging Nollie vijf dagen voor de start door d’r rug en werd haar minimaal een week absolute bedrust voorgeschreven. Inger moest een dag van tevoren afhaken wegens een extreme pijnlijke kaakontsteking).
Vlak voor de start meldde wandelheldin Anneke dat ze de plaats van Nollie en Inger zou innemen. Van tevoren zei ze dat ze de eerste 40 kilometer mee zou lopen, maar Anneke kennende wist ik eigenlijk al dat dat er gewoon tachtig zouden worden.
Dus toch maar weer de wandelschoenen aan, de heuptas inladen en gaan! Met frisse tegenzin weliswaar, maar toch…. Het hele avontuur begint met een meet en greet met Marc op Schiphol. Na een gezamelijke bak koffie van de Starbucks en een busritje naar Vijfhuizen kon de voorpret beginnen. Tenminste, dat dachten we. We blijken meer dan ruim op tijd en waren (op Carla en Eric) na, de enige enthousiastelingen. Maar uiteindelijk kregen we toch onze start- en stempelkaarten, konden we onze rustpost-tasjes in de vrachtwagen gooien en hadden we mooi nog even tijd om bij de feesttent een biertje te drinken. Niet veel later meldde zich de ene na de andere bekende en werd er gezoend en gekletst dat het een lieve lust was.
De eerste ronde
Voor we het wisten was het dan ook 22.00 uur en moesten we toch echt van start. Een feestelijk rondje door de feesttent, dwars door een erehaag van feestende Vijfhuizers de nacht in. Nu al met de bezem-(vracht)wagen op de hielen, maar dat duurde gelukkig maar een half uurtje. Daarna was er geen bezemwagen meer. Vijfhuizen kent in plaats daarvan een bezem-wandelaar: Cor met de gitaar. Een briljante oplossing, want een stuk gezelliger dan zo'n gemotoriseerd voertuig dat in die laatste loodzware kilometers achter je komt rijden.
Een weinig boeiend parcours van 3 keer rechts achter Vijfhuizen langs volgde. Gelukkig gaven de Rubberen Robbie-imitaties van Cor en consorten, de indrukwekkende nabije landende vliegtuigen en een prachtig vuurwerk (van Gerard Joling?!) voldoende afleiding. Voor we het wisten stonden we dan ook weer bij de feesttent en was er tijd voor een sanitaire stop, een kop koffie en een heerlijke appelkoek. Rond enen vertrokken we richting de volgende rust op 24 km in Spaarndam.
Rust twee, 24 km
Dwars door de nacht lopen we verder naar de tweede rust. Het lijkt een mooie route, maar omdat het zo donker is krijgen we er niet heel veel van mee. We kletsen wat en zien Brechje en haar vriendin voorbij komen lopen. Hoe kan dat nou? Die waren toch al lang voor ons weggegaan? Tja, zo in het donker mis je gemakkelijk een pijl of een afslag. Blijkbaar heb ik zelf ook redelijk lopen slaapwandelen, want veel kan ik me van dit stuk niet herinneren. Alleen dat ineens vanuit het niets de verzorgings-truck weer voor onze neuzen stond. Koffie lekker! Boterhammen, kom maar door! Zitten! Gratis entertainment van Cor & Co. Jammer dat we weer verder moeten.
Rust drie, 31 km
Wat regen en het besef dat mijn poncho nog in het rustpost-tasje zit. Een terecht vermanend "hoe lang wandel je nou al?" van Anneke. Gelukkig zet de regen niet door. Eigenlijk is het wel lekker verkoelend, want het is is best warm en klam tot nu toe. En eigenlijk weer een donker, zwart gat. Lopen, lopen, lopen. Hier en daar lijken we stukken te herkennen van de jubileumtocht van de KNBLO. Of was het een WS78 tocht? Misschien hebben we dit jaar teveel gewandeld. We weten het niet meer. En dan een steile trap, een brug, water en een prachtig uitzicht. En heel in de verte horen we iemand "joehoe" roepen. Zou dat de rust zijn? We zien een figuur rondlopen, maar door het gebrek aan licht beseffen we niet echt wat we zien. Is het Bart in een opgeblazen Kerstmannenpak? Het laatste klopt, het eerste niet. We zijn te slaperig om het goed tot ons door te laten dringen, maar we zijn bij de rust. Een rust volledig in Kerstsfeer. Maar het belangrijkste is dat we kunnen zitten. We krijgen een warm broodje bal aangeboden. Het is echter half vijf 's nachts, dus ik sla even over. Doe mij maar koffie en een halve banaan. En plassen, dat zou ook fijn zijn! Wat? Komt de pont eraan? En moeten we daarmee naar de overkant? En tellen die kilometers gratis dan als "gelopen"? Slaahaap lekker ding want jij is prachtig. Droom ik? Of staat daar echt iemand zacht een liedje te zingen?
Rust vier, 40 km
Langzaam aan begint het te schemeren. Nog steeds heb ik weinig beelden in mijn herinnering, het is te donker denk ik. Ik vertel Anneke over onze Vierdaagse-avonturen, zij vertelt me dat ze over deze route naar haar werk fietst. Verheugd denk ik dat zij me dan precies kan vertellen hoe ver het nog is naar het rustpunt. Helaas.... Als het langzaamaan licht wordt lopen we op een dodelijk saai stuk industrieterrein ergens in de buurt van de Beverwijkse Bazaar. Ook hier heb ik eerder gelopen. We herkennen een tankstation. Hebben ze daar niet iets over verteld? Dat dat vlak voor de volgende rust zou zijn? En dat daar het enige beschikbare toilet was? Maar we willen nu niet stoppen. We willen zitten en rusten. We herkennen de luchtpijpen van de Velsertunnel als we achter ons een schreeuw horen. Het is Rob die gebaart dat we een pijl gemist hebben. Zuchtend lopen we terug. Opgelucht ook, dat hij nog achter ons liep en nog wel oplette. Niet lang daarna ontwaren we weer een grote vrachtwagen vol met lieve vrijwilligers. En Marc, die lachend op ons zit te wachten. Al een uur zit hij daar. Omgekleed en opgefrist. Uitgerust zou ik bijna zeggen.... We zitten even, drinken wat, verwijderen onze hoofdlampjes en breeklichtjes. Het reflecterende vestje blijft nog even aan. Tegen de kou en de wind. Want zo warm als het vannacht was, zo fris is het nu. Anneke twijfelt één seconde. Zal ze de bus naar huis nemen? Natuurlijk niet, ze loopt mee! Het aftellen kan beginnen!
Rust vijf, 51 km
Marc loopt gezellig een stukje met ons mee, maar het duurt niet lang voordat hij weer voor ons uit loopt. We verbazen ons over de lelijkheid van het Corus-terrein. De sluizen naderen. Een eindeloos heen en weer over het water. Dan worden we ingehaald door Bill, Syl, Gery en Henny. Even een ander praatje wat fijn is. Mijn zin in wandelen neemt echter meter voor meter af. Ik voel een blaar onder mijn hak. Nog dertig kilometer voor de boeg, we moeten nog over het strand, zucht... Ik heb hier ZO geen zin meer in. Ik krijg een SMSje van Syl die nota bene naast me loopt en met het vooruitzicht van de rust stappen we dapper door. De vrachtwagen doemt weer op. We ploffen neer en laten ons in de watten leggen. Soep en een blarenprikker. Door het tape heen kan ik de boosdoener echter niet vinden. Dan de kiezen maar op elkaar. Het strand op...
Rust zes, 56 km
Is het niet altijd zo, dat dat waar je het meest tegenop kijkt het hardste meevalt? Het stuk strand is prima te doen. Lekker hard zand. Zijwind. Het ruisen van de golven. Spectaculaire kite-buggies die voorbij komen racen. Hier en daar een wandelaar met een hond. Het strand is prima te doen, hoewel Anneke en ik het er al snel over eens zijn dat de Strand Zesdaagse toch echt niets voor ons is. Toch is de opluchting groot als we het strand af kunnen. We ploegen omhoog door het losse zand richting Parnassia. Weer vijf kilometer dichter bij de finish! We zitten even, maar de bediening van deze strandtent laat fors te wensen over. Dus eten we wat in onze heuptassen zit en drinken van onze eigen drankvoorraad. Ik bied Anneke een slokje van mijn flesje dropshot aan en krijg een leeg flesje terug. Ze zal het wel nodig gehad hebben...
Rust zeven, 65 km
Het strand valt mee, de duinen vallen tegen. Eindeloos slingeren we door het heuvelachtige gebied. Er lijkt geen eind aan te komen. Op het circuit van Zandvoort gebeurt van alles, maar wij hebben alleen geluid, geen beeld. Duinen, duinen, duinen. Geen puf meer om te zingen. Geen zin meer om te praten. Alleen nog zin om te zitten. En om te stoppen. Als ik de wanhoop bijna nabij ben omdat die rust maar niet in zicht komt staat Bart inene voor m'n neus. Ik ben blij hem te zien, maar kan eigenlijk alleen maar huilen. Het blijkt nog maar 3 stappen te zijn tot de rust. Ik duw een hele Snickers naar binnen terwijl ik eigenlijk maar een halve op kan. Waar is het toilet? Teruglopen naar het restaurant? Oh, die kant moeten we sowieso op... nou, dan de tas maar mee. Bart een kus en verder maar weer. Hoe kom ik in hemelsnaam deze laatste 15 km door?
Rust acht, 68 km
Vonden we de duinen erg? Dit bos is nog veel erger! Opletten waar je je vermoeide voeten neerzet. Uitkijken dat je niet over een boomwortel struikelt. En wederom klimmen en dalen. Ik kan m'n linkervoet niet meer normaal neerzetten. De blaar onder m'n hak moet inmiddels gruwelijke afmetingen hebben. En dus loop ik op m'n teen, maar belast daarmee wel m'n kuiten, heup en rug extra. Nou ja, alles doet toch al zeer. Het is maar drie kilometer, dan is er weer een horeca-rust. Hoe lang kan je daar nou over doen? Een uur? Een uur! We zijn alle speling op ons worst-case-scenario-schema inmiddels kwijt. Een uur over drie kilometer. Dat kan toch niet waar zijn? We hebben dan misschien geen tijd, maar gaan toch even vijf minuten zitten op een picknick-bankje. Nog twaalf kilometer...
Rust negen, 72 km
Ik weet niks meer. Ik kan niks meer. Ik wil niks meer. Ik word chagerijnig, zoek een slachtoffer, ga vloeken en tieren en vind alles vooral heel stom. Marc, die nog steeds bij ons in de buurt loopt lacht er hard om, hij kent de uitwerkingen die pijn en vermoeidheid op me hebben inmiddels. Anneke zwijgt als altijd. Zij is druk genoeg met d'r eigen strijd. Dit keer doen we een uur over 4 kilometer. En op de rust zit Bart weer op me te wachten. Weer moet ik huilen. En weer zijn daar die vrijwilligers helden. Zonder woorden krijg ik een doos tissues aangereikt. Hoewel ik alleen nog maar medeklinkers kan uitbrengen begrijpen ze toch dat ik graag een flesje Extran wil. Zal ik bij Bart in de auto stappen zodat deze hel voorbij is? Maar dan heb ik dit allemaal voor niets gedaan. Laten we maar weer gaan. Om 1800 uur is het sowieso voorbij. Hoewel ik betwijfel dat we dat gaan halen...
Rust tien, 77 km
We zien een bordje "Vijfhuizen, 5 km", maar wijken blijkbaar nog af van die route. In de verte een brug waar we volgens de routebeschrijving overheen moeten. Ook nu herkennen we het parcours. Hier hebben we ooit gelopen, maar dan de andere kant op. Toen kwam er ook al geen eind aan dat slingerpad langs het water. Is hier nog ergens een horeca-rust? Maar waar dan? En hoever is dat nog lopen? En hebben we daar nog tijd om die consumptiebon in te leveren? Oh, mogen we tot 1830 binnenkomen? Gelukkig, dan kan het dus nog. Is Cor eigenlijk al voorbij? Uren later is het in mijn hoofd, als ik eindelijk weer zit en een biertje voor m'n neus heb. Maar veel tijd om hem op te drinken is er niet. Bill roept dat we moeten gaan. Carola en Trudy haken aan. Niet veel later voelen we de hete adem van Cor in onze nek. Nog drie, nog twee, nog één....
Finish, 80 km
Kindjes die met gladiolen komen aanrennen. Mensen die ons feliciteren. De versierde straat met de vlaggetjes. Herrie uit de feesttent. Mannen in wielrennersbroekjes. Chaos. Waar moeten we naar binnen? Als je op m'n tenen gaat staan hoek ik je neer. Nee, niet hier naar binnen, aan de achterkant van de tent. Drukte, dringen, mensen. Maar dan eindelijk, eindelijk, eindelijk een Oorkonde, een dikke proficiat, een medaille, wat foto's, nog meer tranen en dikke zoenen, bier, zitten, schoenen uit, slippers aan. Wat was het zwaar. Wat zijn we blij dat het voorbij is. Marc heeft nog de kracht om op te staan en mij m'n bronzen Kennedywalkers medaille op te spelden. Drie dikke zoenen. En nu nooit meer!
Bedankt
Gery had gelijk. De verzorging was uit de kunst. Nooit eerder had ik als achterhoede-loper zoveel keus. Nog nooit eerder waren ze niet de rustpost aan het opruimen als ik aan kwam lopen. Nog nooit eerder werd ik in de watten gelegd door zulke lieverds! Voldoende zitplaats, voldoende eten en drinken, een heerlijk meereizend toilet, maar vooral heel veel liefde en aandacht voor de vermoeide wandelaar.
Want vermoeid dat was ik. En pijn had ik ook. Maar wie niet tijdens zo'n monstertocht? Alleen reageer ik daar persoonlijk misschien wat anders op dan een ander. Ik word chagerijnig, ga vloeken en vind alles stom. Maar daardoor lieten de vrijwilligers zich niet uit het lood slaan. Die doos tissues kwam als een geschenk uit de hemel. En van dikke tranen werd helemaal niet vreemd opgekeken. Toppers met ervaring!
Bij deze wil ik dus mijn verontschuldigingen aanbieden voor iedereen die geschrokken is van mijn gescheld en geschreeuw. Maar vooral wil ik jullie bedanken voor een onvergetelijk goed verzorgde Kennedymars. De liefde spatte er werkelijk vanaf. Jullie snappen dat je tachtig kilometer niet met twee vingers in de neus loopt. Dat het pijn doet en dat er dan wel eens kortaf gereageerd wordt. En daar wordt rekening mee gehouden. Het is dat ik mezelf voorgenomen heb nooit meer tachtig kilometer aan één stuk te lopen, anders zou ik er volgend jaar zeker weer bij zijn! Heel heel heel heel heel erg bedankt voor jullie inzet, verzorging en begrip! En dat geldt niet alleen voor de vrijwilligers, maar ook voor Bart, voor Marc, voor Syl, en voor wandelheldin Anneke. Eigenlijk gewoon voor iedereen die meeliep of anderszins bij deze Kennedymars aanwezig was. Bedankt dat jullie er waren!
Dikke kus
Sunny (nummer vijf ;-))
Plaats: Vijfhuizen
Datum: 5-6 september 2009
Afstand: 80 km
Foto's: Klik hier om de foto's te bekijken
Wat vooraf ging
Al weken liep ik er tegenaan te hikken. De Kennedymars van Vijfhuizen. Al van tevoren had ik besloten dat dit mijn laatste Kennedymars zou worden. Ik had er eigenlijk helemaal geen zin meer in om tachtig kilometer te lopen. Er waren echter een paar zaken die ervoor zorgden dat ik me er toch nog één keer aan zou wagen.
De mooie woorden van promotiedame Gery over de goede verzorging (ook voor de achterhoede waar ik altijd in loop!) en de afwisselende route.
Het feit dat dit wandeljaar voor mij in het teken van de Vijf stond. Vijfhuizen kon daarin natuurlijk niet ontbreken, vooral niet toen ik ook nog startnummer vijf toegewezen kreeg en het voor de organisatoren het eerste lustrumjaar bleek te zijn.
De belofte van wandelvriend Marc dat hij me bij de finish hoogstpersoonlijk de Bronzen Kennedywalker medaille zou opspelden. Deze medaille mag je normaal kopen als je een volle Kennedywalker-stempelkaart kan overleggen, maar die stempelkaart had ik niet. Het was sowieso nooit de bedoeling om meer dan één Kennedymars te lopen ;-))
De aanwezigheid van vele wandelvrienden van wandelforum Walkers4Walkers.nl.
Het feit dat Nollie en Inger met me mee zouden lopen. (Helaas ging Nollie vijf dagen voor de start door d’r rug en werd haar minimaal een week absolute bedrust voorgeschreven. Inger moest een dag van tevoren afhaken wegens een extreme pijnlijke kaakontsteking).
Vlak voor de start meldde wandelheldin Anneke dat ze de plaats van Nollie en Inger zou innemen. Van tevoren zei ze dat ze de eerste 40 kilometer mee zou lopen, maar Anneke kennende wist ik eigenlijk al dat dat er gewoon tachtig zouden worden.
Dus toch maar weer de wandelschoenen aan, de heuptas inladen en gaan! Met frisse tegenzin weliswaar, maar toch…. Het hele avontuur begint met een meet en greet met Marc op Schiphol. Na een gezamelijke bak koffie van de Starbucks en een busritje naar Vijfhuizen kon de voorpret beginnen. Tenminste, dat dachten we. We blijken meer dan ruim op tijd en waren (op Carla en Eric) na, de enige enthousiastelingen. Maar uiteindelijk kregen we toch onze start- en stempelkaarten, konden we onze rustpost-tasjes in de vrachtwagen gooien en hadden we mooi nog even tijd om bij de feesttent een biertje te drinken. Niet veel later meldde zich de ene na de andere bekende en werd er gezoend en gekletst dat het een lieve lust was.
De eerste ronde
Voor we het wisten was het dan ook 22.00 uur en moesten we toch echt van start. Een feestelijk rondje door de feesttent, dwars door een erehaag van feestende Vijfhuizers de nacht in. Nu al met de bezem-(vracht)wagen op de hielen, maar dat duurde gelukkig maar een half uurtje. Daarna was er geen bezemwagen meer. Vijfhuizen kent in plaats daarvan een bezem-wandelaar: Cor met de gitaar. Een briljante oplossing, want een stuk gezelliger dan zo'n gemotoriseerd voertuig dat in die laatste loodzware kilometers achter je komt rijden.
Een weinig boeiend parcours van 3 keer rechts achter Vijfhuizen langs volgde. Gelukkig gaven de Rubberen Robbie-imitaties van Cor en consorten, de indrukwekkende nabije landende vliegtuigen en een prachtig vuurwerk (van Gerard Joling?!) voldoende afleiding. Voor we het wisten stonden we dan ook weer bij de feesttent en was er tijd voor een sanitaire stop, een kop koffie en een heerlijke appelkoek. Rond enen vertrokken we richting de volgende rust op 24 km in Spaarndam.
Rust twee, 24 km
Dwars door de nacht lopen we verder naar de tweede rust. Het lijkt een mooie route, maar omdat het zo donker is krijgen we er niet heel veel van mee. We kletsen wat en zien Brechje en haar vriendin voorbij komen lopen. Hoe kan dat nou? Die waren toch al lang voor ons weggegaan? Tja, zo in het donker mis je gemakkelijk een pijl of een afslag. Blijkbaar heb ik zelf ook redelijk lopen slaapwandelen, want veel kan ik me van dit stuk niet herinneren. Alleen dat ineens vanuit het niets de verzorgings-truck weer voor onze neuzen stond. Koffie lekker! Boterhammen, kom maar door! Zitten! Gratis entertainment van Cor & Co. Jammer dat we weer verder moeten.
Rust drie, 31 km
Wat regen en het besef dat mijn poncho nog in het rustpost-tasje zit. Een terecht vermanend "hoe lang wandel je nou al?" van Anneke. Gelukkig zet de regen niet door. Eigenlijk is het wel lekker verkoelend, want het is is best warm en klam tot nu toe. En eigenlijk weer een donker, zwart gat. Lopen, lopen, lopen. Hier en daar lijken we stukken te herkennen van de jubileumtocht van de KNBLO. Of was het een WS78 tocht? Misschien hebben we dit jaar teveel gewandeld. We weten het niet meer. En dan een steile trap, een brug, water en een prachtig uitzicht. En heel in de verte horen we iemand "joehoe" roepen. Zou dat de rust zijn? We zien een figuur rondlopen, maar door het gebrek aan licht beseffen we niet echt wat we zien. Is het Bart in een opgeblazen Kerstmannenpak? Het laatste klopt, het eerste niet. We zijn te slaperig om het goed tot ons door te laten dringen, maar we zijn bij de rust. Een rust volledig in Kerstsfeer. Maar het belangrijkste is dat we kunnen zitten. We krijgen een warm broodje bal aangeboden. Het is echter half vijf 's nachts, dus ik sla even over. Doe mij maar koffie en een halve banaan. En plassen, dat zou ook fijn zijn! Wat? Komt de pont eraan? En moeten we daarmee naar de overkant? En tellen die kilometers gratis dan als "gelopen"? Slaahaap lekker ding want jij is prachtig. Droom ik? Of staat daar echt iemand zacht een liedje te zingen?
Rust vier, 40 km
Langzaam aan begint het te schemeren. Nog steeds heb ik weinig beelden in mijn herinnering, het is te donker denk ik. Ik vertel Anneke over onze Vierdaagse-avonturen, zij vertelt me dat ze over deze route naar haar werk fietst. Verheugd denk ik dat zij me dan precies kan vertellen hoe ver het nog is naar het rustpunt. Helaas.... Als het langzaamaan licht wordt lopen we op een dodelijk saai stuk industrieterrein ergens in de buurt van de Beverwijkse Bazaar. Ook hier heb ik eerder gelopen. We herkennen een tankstation. Hebben ze daar niet iets over verteld? Dat dat vlak voor de volgende rust zou zijn? En dat daar het enige beschikbare toilet was? Maar we willen nu niet stoppen. We willen zitten en rusten. We herkennen de luchtpijpen van de Velsertunnel als we achter ons een schreeuw horen. Het is Rob die gebaart dat we een pijl gemist hebben. Zuchtend lopen we terug. Opgelucht ook, dat hij nog achter ons liep en nog wel oplette. Niet lang daarna ontwaren we weer een grote vrachtwagen vol met lieve vrijwilligers. En Marc, die lachend op ons zit te wachten. Al een uur zit hij daar. Omgekleed en opgefrist. Uitgerust zou ik bijna zeggen.... We zitten even, drinken wat, verwijderen onze hoofdlampjes en breeklichtjes. Het reflecterende vestje blijft nog even aan. Tegen de kou en de wind. Want zo warm als het vannacht was, zo fris is het nu. Anneke twijfelt één seconde. Zal ze de bus naar huis nemen? Natuurlijk niet, ze loopt mee! Het aftellen kan beginnen!
Rust vijf, 51 km
Marc loopt gezellig een stukje met ons mee, maar het duurt niet lang voordat hij weer voor ons uit loopt. We verbazen ons over de lelijkheid van het Corus-terrein. De sluizen naderen. Een eindeloos heen en weer over het water. Dan worden we ingehaald door Bill, Syl, Gery en Henny. Even een ander praatje wat fijn is. Mijn zin in wandelen neemt echter meter voor meter af. Ik voel een blaar onder mijn hak. Nog dertig kilometer voor de boeg, we moeten nog over het strand, zucht... Ik heb hier ZO geen zin meer in. Ik krijg een SMSje van Syl die nota bene naast me loopt en met het vooruitzicht van de rust stappen we dapper door. De vrachtwagen doemt weer op. We ploffen neer en laten ons in de watten leggen. Soep en een blarenprikker. Door het tape heen kan ik de boosdoener echter niet vinden. Dan de kiezen maar op elkaar. Het strand op...
Rust zes, 56 km
Is het niet altijd zo, dat dat waar je het meest tegenop kijkt het hardste meevalt? Het stuk strand is prima te doen. Lekker hard zand. Zijwind. Het ruisen van de golven. Spectaculaire kite-buggies die voorbij komen racen. Hier en daar een wandelaar met een hond. Het strand is prima te doen, hoewel Anneke en ik het er al snel over eens zijn dat de Strand Zesdaagse toch echt niets voor ons is. Toch is de opluchting groot als we het strand af kunnen. We ploegen omhoog door het losse zand richting Parnassia. Weer vijf kilometer dichter bij de finish! We zitten even, maar de bediening van deze strandtent laat fors te wensen over. Dus eten we wat in onze heuptassen zit en drinken van onze eigen drankvoorraad. Ik bied Anneke een slokje van mijn flesje dropshot aan en krijg een leeg flesje terug. Ze zal het wel nodig gehad hebben...
Rust zeven, 65 km
Het strand valt mee, de duinen vallen tegen. Eindeloos slingeren we door het heuvelachtige gebied. Er lijkt geen eind aan te komen. Op het circuit van Zandvoort gebeurt van alles, maar wij hebben alleen geluid, geen beeld. Duinen, duinen, duinen. Geen puf meer om te zingen. Geen zin meer om te praten. Alleen nog zin om te zitten. En om te stoppen. Als ik de wanhoop bijna nabij ben omdat die rust maar niet in zicht komt staat Bart inene voor m'n neus. Ik ben blij hem te zien, maar kan eigenlijk alleen maar huilen. Het blijkt nog maar 3 stappen te zijn tot de rust. Ik duw een hele Snickers naar binnen terwijl ik eigenlijk maar een halve op kan. Waar is het toilet? Teruglopen naar het restaurant? Oh, die kant moeten we sowieso op... nou, dan de tas maar mee. Bart een kus en verder maar weer. Hoe kom ik in hemelsnaam deze laatste 15 km door?
Rust acht, 68 km
Vonden we de duinen erg? Dit bos is nog veel erger! Opletten waar je je vermoeide voeten neerzet. Uitkijken dat je niet over een boomwortel struikelt. En wederom klimmen en dalen. Ik kan m'n linkervoet niet meer normaal neerzetten. De blaar onder m'n hak moet inmiddels gruwelijke afmetingen hebben. En dus loop ik op m'n teen, maar belast daarmee wel m'n kuiten, heup en rug extra. Nou ja, alles doet toch al zeer. Het is maar drie kilometer, dan is er weer een horeca-rust. Hoe lang kan je daar nou over doen? Een uur? Een uur! We zijn alle speling op ons worst-case-scenario-schema inmiddels kwijt. Een uur over drie kilometer. Dat kan toch niet waar zijn? We hebben dan misschien geen tijd, maar gaan toch even vijf minuten zitten op een picknick-bankje. Nog twaalf kilometer...
Rust negen, 72 km
Ik weet niks meer. Ik kan niks meer. Ik wil niks meer. Ik word chagerijnig, zoek een slachtoffer, ga vloeken en tieren en vind alles vooral heel stom. Marc, die nog steeds bij ons in de buurt loopt lacht er hard om, hij kent de uitwerkingen die pijn en vermoeidheid op me hebben inmiddels. Anneke zwijgt als altijd. Zij is druk genoeg met d'r eigen strijd. Dit keer doen we een uur over 4 kilometer. En op de rust zit Bart weer op me te wachten. Weer moet ik huilen. En weer zijn daar die vrijwilligers helden. Zonder woorden krijg ik een doos tissues aangereikt. Hoewel ik alleen nog maar medeklinkers kan uitbrengen begrijpen ze toch dat ik graag een flesje Extran wil. Zal ik bij Bart in de auto stappen zodat deze hel voorbij is? Maar dan heb ik dit allemaal voor niets gedaan. Laten we maar weer gaan. Om 1800 uur is het sowieso voorbij. Hoewel ik betwijfel dat we dat gaan halen...
Rust tien, 77 km
We zien een bordje "Vijfhuizen, 5 km", maar wijken blijkbaar nog af van die route. In de verte een brug waar we volgens de routebeschrijving overheen moeten. Ook nu herkennen we het parcours. Hier hebben we ooit gelopen, maar dan de andere kant op. Toen kwam er ook al geen eind aan dat slingerpad langs het water. Is hier nog ergens een horeca-rust? Maar waar dan? En hoever is dat nog lopen? En hebben we daar nog tijd om die consumptiebon in te leveren? Oh, mogen we tot 1830 binnenkomen? Gelukkig, dan kan het dus nog. Is Cor eigenlijk al voorbij? Uren later is het in mijn hoofd, als ik eindelijk weer zit en een biertje voor m'n neus heb. Maar veel tijd om hem op te drinken is er niet. Bill roept dat we moeten gaan. Carola en Trudy haken aan. Niet veel later voelen we de hete adem van Cor in onze nek. Nog drie, nog twee, nog één....
Finish, 80 km
Kindjes die met gladiolen komen aanrennen. Mensen die ons feliciteren. De versierde straat met de vlaggetjes. Herrie uit de feesttent. Mannen in wielrennersbroekjes. Chaos. Waar moeten we naar binnen? Als je op m'n tenen gaat staan hoek ik je neer. Nee, niet hier naar binnen, aan de achterkant van de tent. Drukte, dringen, mensen. Maar dan eindelijk, eindelijk, eindelijk een Oorkonde, een dikke proficiat, een medaille, wat foto's, nog meer tranen en dikke zoenen, bier, zitten, schoenen uit, slippers aan. Wat was het zwaar. Wat zijn we blij dat het voorbij is. Marc heeft nog de kracht om op te staan en mij m'n bronzen Kennedywalkers medaille op te spelden. Drie dikke zoenen. En nu nooit meer!
Bedankt
Gery had gelijk. De verzorging was uit de kunst. Nooit eerder had ik als achterhoede-loper zoveel keus. Nog nooit eerder waren ze niet de rustpost aan het opruimen als ik aan kwam lopen. Nog nooit eerder werd ik in de watten gelegd door zulke lieverds! Voldoende zitplaats, voldoende eten en drinken, een heerlijk meereizend toilet, maar vooral heel veel liefde en aandacht voor de vermoeide wandelaar.
Want vermoeid dat was ik. En pijn had ik ook. Maar wie niet tijdens zo'n monstertocht? Alleen reageer ik daar persoonlijk misschien wat anders op dan een ander. Ik word chagerijnig, ga vloeken en vind alles stom. Maar daardoor lieten de vrijwilligers zich niet uit het lood slaan. Die doos tissues kwam als een geschenk uit de hemel. En van dikke tranen werd helemaal niet vreemd opgekeken. Toppers met ervaring!
Bij deze wil ik dus mijn verontschuldigingen aanbieden voor iedereen die geschrokken is van mijn gescheld en geschreeuw. Maar vooral wil ik jullie bedanken voor een onvergetelijk goed verzorgde Kennedymars. De liefde spatte er werkelijk vanaf. Jullie snappen dat je tachtig kilometer niet met twee vingers in de neus loopt. Dat het pijn doet en dat er dan wel eens kortaf gereageerd wordt. En daar wordt rekening mee gehouden. Het is dat ik mezelf voorgenomen heb nooit meer tachtig kilometer aan één stuk te lopen, anders zou ik er volgend jaar zeker weer bij zijn! Heel heel heel heel heel erg bedankt voor jullie inzet, verzorging en begrip! En dat geldt niet alleen voor de vrijwilligers, maar ook voor Bart, voor Marc, voor Syl, en voor wandelheldin Anneke. Eigenlijk gewoon voor iedereen die meeliep of anderszins bij deze Kennedymars aanwezig was. Bedankt dat jullie er waren!
Dikke kus
Sunny (nummer vijf ;-))