Tocht: Kennedymars
Plaats: Someren
Datum: 1 -2 juli 2006
Afstand: 80 km
Route: Someren, Lierop, Mierlo, Mierlo-Hout, Brouwhuis, Vlierden, Deurne, Liessel, Asten, Heusden, Someren-Eind, Someren
Foto's: klik hierVoorbereiding Op vrijdag worden vrienden, familie en collega's nog even ingelicht. De Generale Repetitie van de Dodentocht gaat dit weekend plaatsvinden. Ik zal van start gaan op mijn allereerste (en waarschijnlijk laatste!) Kennedymars in Someren. Voor de niet-wandelaars: Een Kennedymars is de verzamelnaam voor alle wandeltochten van 80 km die binnen 20 uur afgelegd moeten worden.
En dat ga ik dus doen. Tachtig (!!!) km wandelen binnen 20 uur. Starten op zaterdagavond 1 juli om 2200 uur en op zondagavond 2 juli om 1800 uur moet ik me bij de finish gemeld hebben. Pas dan kunnen we spreken van een geslaagde generale repetitie. Ik heb mijn zenuwen nauwelijks onder controle. Het is zo moeilijk je een voorstelling te maken van wat je te wachten staat. Gelaten hoor ik alle goede adviezen aan en bedenk me dat er maar een manier is om erachter te komen. Het zelf doen! Dus pak ik mijn tas in en vertrek ik zaterdagmiddag richting Tilburg. Van daaruit zal ik samen met Marc verder reizen naar Someren. Op weg naar mijn langste tocht tot nu toe!
StartWe zijn achterlijk vroeg in Someren. Maar we zijn er. We zijn ingeschreven. We hebben onze barcode kaart. Onze tassen met spullen voor onderweg zijn ingeleverd. Marc heeft het "Don't Talk, Walk!" T-shirt. Er kan niets meer fout gaan nu. De zenuwen nemen eindelijk wat af en we besluiten op ons gemak wat te gaan eten. Tijd genoeg. Als we aan de koffie zitten meldt Bas zich. Met z'n drieen doen we nog een bakkie en dan is het echt tijd om ons richting de start te begeven. Het plein staat vol met mensen die niet kunnen wachten tot ze eindelijk van start mogen. Er is muziek, publiek en gedoe. Gezellig! De band speelt het speciale Kennedymarslied wat we de rest van de nacht niet meer uit onze hoofden zullen krijgen. En dan is het 2200 uur. Het startschot wordt gelost. Maar omdat al onze barcodekaarten stuk voor stuk gescand moeten worden is het 2219 uur als we echt van start kunnen. Het is begonnen. Daar gaan we. De broeierige nacht in. We starten met een ronde van ongeveer 15 km, die ons weer terug naar Someren brengt. Zodat we NOG een keer kunnen genieten van de muziek, het publiek en het gedoe.
Eerste rustMarc zijn we na 2 minuten al kwijt, maar verder blijft het groepje bekenden aardig bij elkaar. Samen met Ed bereik ik in minder dan 2,5 uur de eerste rust. Maar langer dan vijf minuten zitten we niet. Daarvoor moeten we nog te ver. Bovendien zijn we al bijna weer in Someren. Op naar de grote ronde!
Tweede rustOmdat ik geen routebeschrijving heb meegenomen verbaas ik me wederom over de hoeveelheid kilometers die we afgelegd hebben op het moment dat we de tweede rust bereiken. Nog geen 4 uur onderweg en nu al zitten we op 21 km. Ik voel me goed en besluit niet te gaan zitten. Ed ben ik inmiddels kwijt, maar het maakt niet uit. Er lopen nog genoeg mensen om mee te kletsen.
Derde rustAardig op weg naar de derde rust haakt Ed ineens weer in. Hij blijkt onderweg nieuwe inlegzooltjes opgeduikeld te hebben in een schoenenwinkel die natuurlijk allang niet meer open was, maar waarvan de eigenaar voor de winkel wandelaars aan zat te moedigen. Hij hoefde niet eens te betalen! Sterker nog, hij kreeg nog wat extra geld mee voor het KWF ook! Hij heeft achter de bezemwagen aan moeten rennen om me weer in te halen, maar het is hem gelukt. En als we ons in Mierlo bij de derde rust melden, krijgen we naast Berliner bollen ook al onze wandelvrienden weer in het vizier. In iets meer dan 5 uur zitten we op 28 km. Dat vieren we met een kwartiertje zitten. Gezellig, want in Mierlo is het ook om half 4 nog een drukte van belang. Het plein staat vol dansende mensen en het volume van de muziek hoeft vandaag blijkbaar niet zonodig omlaag.
Vierde rustNa Mierlo wordt het wel een stuk rustiger op de route. Met een opkomend zonnetje en de vermoeidheid die hier en daar toch wel toe begint te slaan bereiken we Garage de Jong. Ondanks het tijdstip is het nog steeds behoorlijk warm. We vinden het fijn dat we overal zo goed verzorgd worden. Maar in plaats van water en sportdrank hadden we hier toch al echt wel zin in een kop koffie. Gelukkig biedt een lieve toeschouwer spontaan uitkomst. Hij voorziet ons van een heerlijk bakkie en verdient zo op een gemakkelijke manier de titel "Held van de Dag". We zitten langer dan de afgelopen keren, maar nog steeds houden we onze rusten kort. Bovendien weten we dat we op de volgende rust al op de helft zitten. Een wetenschap die ons vleugels lijkt te geven.
Vijfde rustOm even voor zessen bereiken we een grote rood-witte tent. Het ruikt hier naar koffie. Hier staan onze tassen. We zijn op de helft! In iets meer dan 7,5 uur. Een nieuw persoonlijk record. En wat veel mensen me al hadden verteld ondervind ik nu zelf. Normaal ben ik kapot na 40 km. Maar nu giet ik er wat bouillon en een kop koffie in. Ik trek een paar droge sokken aan. Ik haal een verfrissend doekje over m'n gezicht en verwen mezelf met een "niet schoon-toch fris" deo-momentje. En dan gaan de schoenen weer aan en gaan we beginnen aan ons eigen "Rondje Someren". Ik ervaar als nooit tevoren dat je lange afstanden vooral met je hoofd wandelt!
Zesde en zevende rustHoewel ik onderweg steeds het gevoel heb gehad dat ik nog hartstikke fris en fruitig was, blijkt nu dat de vermoeidheid harder heeft toegeslagen dan ik zelf misschien in de gaten gehad heb. Ik kan me werkelijk waar niets herinneren van de rusten op 45 en 48 km. Het enige wat ik me nog voor de geest kan halen is een lange brede straat waar ik samen met Syl liep op weg naar het 53 km punt. En dat daar langs de weg een bandje stond waarvan de 2 blazers de straat op kwamen lopen om met hun trompetten naast onze oren "Manuela" van Jacques Herb te blazen. Waarschijnlijk om ons wakker te houden. Zouden we er zo slecht uit gezien hebben?!
Achtste rustOp de 53 km ben ik er even helemaal klaar mee. Iedereen heeft z'n schoenen uit en maakt zich op voor een uitgebreide rust. Bas zit klaar met naalden en tape om de dakpansgewijze bloedblaren onder z'n eelt te lijf te gaan. Ik kan het niet aanzien. Ik heb bewondering voor zijn doorzettingsvermogen, maar vraag me ook af hoe ver je moet gaan. Ik moet even alleen zijn. Ik besluit dan ook de groep te verlaten en een moment voor mezelf en m'n mp3 speler in te lassen. Het is niet gemakkelijk, want dit clubje is de afgelopen uren een combinatie uit duizenden gebleken, maar ik kan even niet anders. Het volume gaat op "gigantisch veel te hard" en de blik op oneindig. Volgens de routebeschrijving bevindt de volgende rust zich op 11 km. Ik besluit ze in een ruk weg te trappen in het gezelschap van Robbie Williams.
Negende rustErgens halverweg de te overbruggen 11 km bevindt zich toch nog een Lichtpuntje. We worden voorzien van koud water, koele sportdranken en bananen. Hard nodig, want hoewel het nog maar halverwege de ochtend is, geeft de zon al enorme hoeveelheden warmte af. Hoewel ik normaal gesproken niet weg ben van bananen, prop ik er nu binnen 1 minuut 3 naar binnen. Het geeft me precies wat ik nodig heb: Nieuwe energie!
Zoveel dat ik besluit even wat gas terug te nemen om zo mijn wandelvrienden de kans te geven zich weer bij me aan te sluiten. Daar is niet veel tijd voor nodig. Carola komt als eerste voorbij, maar zij geeft aan nu liever even alleen te zijn. Geen probleem, wacht ik gewoon nog even langer. Niet lang daarna komen Ed en Syl weer in het vizier, maar Bas zijn we even kwijt. We laten het even zo en bikkelen gezamenlijk door naar het punt waar de 40 km-lopers zich bij ons voegen. De aanblik van deze frisse wandelaars geeft ons nieuwe moed, maar we zijn blij als we eindelijk "De Beiaard" bereiken waar papa en mama ons opwachten en waar de wandelvrienden zich weer verzamelen. Bas komt weer boven water. Aefke en Sandra die het “Rondje Someren” lopen herenigen zich met Debbie en Tijmen. Bosso meldt zich. Het is bijna gezellig. Als we maar niet zo moe waren. We hebben 64 km gelopen en zijn bijna 14 uur onderweg.
Tiende rustMijn gele barcode-kaartje heeft al 14 uur veilig opgeborgen gezeten in mijn portomonnee, maar onderweg naar Heusden besluit ik hem zichtbbaar aan mijn keycord te bevestigen. De wandelaars die het “Rondje Someren” van 40 km wandelen hebben een wit exemplaar. Toeschouwers speuren het wandelpeloton af naar mensen om voor te klappen. Hoewel ik vind dat ook mensen die 40 km lopen applaus verdienen denk ik op dit moment even alleen aan mezelf. Als het laten zien van het gele kaartje me extra aandacht oplevert, dan moet het maar zo. Alles waar ik nieuwe energie van krijg is nu geoorloofd. Niet dat ik er veel van merk, want ik loop inmiddels zo in m’n eigen wereldje dat ik zelfs m’n eigen ouders voorbij loop! Nog net op tijd schudt Syl me wakker.
De pijnstillers werken inmiddels niet meer en aangezien we al aardig richting de 70 km gaan besluit ik te proberen de pijnlijke gewrichten op een andere manier verlichting te geven. Ik gris een flesje bier van een tafeltje waar toeschouwers gezellig staan te doen. Maar al na twee slokken wordt me duidelijk dat de verzengende hitte en de vermoeidheid op dit moment geen goeie combinatie vormen met alcohol. Snel verdun ik de boel met een flinke slok water. Slecht moment om misselijk te worden! Bij Cafe de Pandoer gaan we maar weer even zitten. 68 km. Het tempo is er nu definitief uit. Maar we hebben nog ruim vijf uur voor 12 km. Dat zou ons dus zelfs kruipend moeten lukken!
Elfde rustHet kan niet anders dan dat onze medewandelaars zich kapot ergeren aan die drie vals zingende blije mutsen, maar het interesseert ons geen fluit. Alles om de pijn en de vermoeidheid te vergeten. Het helpt. We hebben er zelf best schik in. Maar echt lang houden wij het ook niet meer vol. Het is weer ieder voor zich. Het mentale spelletje is definitief begonnen. Vooral als we het Lichtpuntje voor een rustpunt aanzien. We dachten op 74 km te zijn aangekomen, maar het blijkt “pas” 71 te zijn. In dat geval gaan we niet zitten. We zetten de kiezen op elkaar en stappen dapper verder.
Twaalfde rustOnderweg naar het 74 km punt vinden we Bas zittend in de berm. Zijn schoenen zijn uit. Zijn voeten kapot. Ik kan niet meer stilstaan, maar wil eigenlijk ook niet geconfronteerd worden met zijn pijn. Ik voel me een verrader, maar loop verder. Gelukkig zijn er anderen die zich wel over hem ontfermen.
Ik KAN niet meer, maar herinner me net op tijd de wijze woorden van Bill. “Als je niet meer kan, kun je nog 2 uur”. Dat moet genoeg zijn voor de laatste acht kilometer. Gebroken bereik ik de 74 km maar verheug me op de laatste paar kilometers. Gezien de gezelligheid waarmee we weggingen, kan een finishfeestje niet uitblijven. Hier in Brabant weten ze tenslotte wat gezelligheid is. Het publiek zal me de laatste kilometers doorloodsen, daar reken ik op!
FinishDe schaduwrijke, door bomen omgeven weggetjes maken plaats voor bloedheet breed asfalt. Maar het aftellen is begonnen. Over minder dan 2 uur zullen we binnen zijn. En dadelijk begint het feest langs de weg. Hoewel, dat feest laat eigenlijk inmiddels wel lang op zich wachten. Het publiek geeft geen sjoege. Zelfs niet als Gery die naast me loopt aangeeft dat deze Kennedywalker wel wat aanmoediging kan gebruiken. Hier en daar doet een paar dappere blazers zijn best om de boel nog op te leuken, maar van Brabantse gezelligheid is zeker geen sprake. Dan passeren we een bord dat zegt “nog 2000 meter”. Mooi, dat red ik nog net! En met een verbeten blik in de ogen stap ik verder. Nog steeds bij iedere bocht een feestje verwachtend. IJdele hoop. Het zal niet komen. We lopen nog een half uur en worden geheel onverwacht een park midden door een woonwijk ingestuurd. Hier zit geen hond. Wat een ellende. En alsof dat nog niet erg genoeg is passeren we weer een bord. “Nog 1220 meter”. Onmogelijk!! Ik doe toch geen half uur over 800 meter?! Ik breek. Ik ben er klaar mee. Ik wil binnen zijn. Ik pak de banden van mijn rugzak en versnel. In looppas, want mijn vader zegt altijd “Hoe harder je loopt, hoe eerder je er bent”. Inmiddels zit er wel veel publiek langs de route, maar ze kunnen me allemaal gestolen worden. Ze zijn te laat. Ik hoef ze niet meer te zien. En dan belt Bart. Hij neemt het pep-talk stokje over van Gery en praat me door de laatste meters heen. Papa en mama langs de kant. De klok. De finish. We hebben het gehaald. De barcode kaart wordt ingeleverd, de medaille opgespeld. De felicitaties uitgedeeld en in ontvangst genomen. En dan komen de finishtranen. Vermoeidheid en frustratie die er even uit moet. Het is me niet vreemd. Het mag. We zijn 18,5 uur onderweg geweest. Maar we hebben het geflikt!